Leren van een ‘vlieger’. De kracht van plezier bij talentontwikkeling

Tim Koning &
Michiel van Schagen
Op 14 maart speelde het Nederlandse mannenhandbalteam een bloedstollende EK-kwalificatiewedstrijd tegen het beter geklasseerde Polen. Inzet was de voorlopige gedeelde eerste plaats in de kwalificatiepoule. Met nog maar zes seconden op de klok en een gelijke stand van 26-26 op het scorebord vroeg Erlingur Richardsson, de IJslandse bondscoach van Oranje, een time-out aan. De spanning was om te snijden en de druk op de spelers hoog. Binnen een minuut moest het team een plan smeden voor de laatste kans op die zo belangrijke winnende treffer. En juist toen deed Richardsson iets opmerkelijks.
‘Vlieger’
Middenin de cruciale time-out deed Richardsson letterlijk een stapje naar achter. Hij liet zijn mannen zélf een aanvalsopzet bepalen. De spelers staken hun koppen bij elkaar en discussieerden volop. Zonder dat hun coach zich ermee bemoeide, maakte het team een plan voor de allesbeslissende slotseconden. Ze kozen voor een actie helemaal buitenom en een ‘vlieger’. Dat plan bleek perfect. Het leidde tot een spectaculaire buzzer beater. Luc Steins sprong vanaf links de cirkel in, rolde over de achterlijn tegen de boarding aan, maar wist precies op tijd de bal hard voor te geven. Voor de goal kwam Kay Smits de cirkel binnenzweven. Hij ving de bal in de lucht en knalde Nederland met een verwoestend schot naar een 26-27 winst. Een ‘fenomenale vlieger’ schreef Trouw1 en op Youtube wordt zelfs gesproken over de ‘Most CRAZY game-winning buzzer beater of all time’. 2
Plafond
Het deed ons denken aan een uitspraak van voetbalcoach Sjors Ultee, de jongste trainer in de eredivisie, die met Fortuna Sittard het afgelopen seizoen op een knappe elfde plek eindigde. Ultee zei in 2019 tegen De Correspondent 3 : ‘Je beperkt jezelf enorm als coach als je alleen maar uitgaat van wat jíj weet. Dan is jouw kennis het plafond van de spelers.’ Dat zag ook Erlingur Richardsson in de beslissende time-out tegen Polen. Hij liet zijn spelers hun eigen oplossing bedenken en vertrouwde op hun kennis en kunde. Hij gaf zijn team autonomie. Dat dit zich zo spectaculair uitbetaalde, is geen toeval.
De thermometer van groei
Autonomie is namelijk één van de belangrijkste bronnen van plezier in de sport. En hoe meer plezier sporters hebben, des te succesvoller ze kunnen worden. Want plezier is cruciaal voor groei. Het is een thermometer voor talentontwikkeling. Plezier is het prettige gevoel dat je iets leuk vindt om te doen. Het zorgt voor een glimlach, voldoening, blijdschap, genoegen of genot. Dat klinkt misschien frivool, alsof plezier in het sporten altijd gezellig en ontspannen is. Dat is echter niet het geval. Plezier is niet altijd makkelijk of lichtvoetig. Het kan ook voortkomen uit hard werken, afzien en serieus je best doen. Maar uiteindelijk betekent plezier hebben dat je het als sporter leuk vindt om je sport te beoefenen. Onderzoek toont aan dat plezier het leervermogen versterkt4, voortijdige uitval voorkomt5 en prestatiedruk vermindert.6 Tara Scanlan, een gerenommeerde sportpsychologe aan de Universiteit van Californië die zich heeft gespecialiseerd in de rol van plezier in de sport, concludeert dan ook dat plezier een belangrijke bouwsteen voor topprestaties is.7 In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, gaan plezier en presteren wel degelijk samen. Sterker nog, er worden bijna geen topprestaties geleverd zónder plezier.
De vraag is dus: Wat geeft sporters plezier? Want als we dat weten, dan kunnen we talenten niet alleen met meer plezier laten sporten – wat juist nu de jeugd steeds minder sport al een belangrijk doel op zich lijkt – maar kunnen we ook hun ontwikkeling beter faciliteren en stimuleren. We kunnen de Nederlandse (top)sport nóg succesvoller maken, net als Erlingur Richardsson deed. Gebaseerd op de laatste stand van de wetenschap en een waslijst aan verhalen over en gesprekken met verschillende topsporters, onderscheiden wij zes bronnen van plezier. Dat zijn: ontwikkeling, competentie, uitdaging, verbinding, beweging en autonomie.